hagelbuitje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hagelbuitje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ha·gel·bui·tje

Zelfstandig naamwoord

hethagelbuitjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hagelbui

Gangbaarheid

  • Het woord hagelbuitje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.