hagepreek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hagepreek    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhaɣəˌprek/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ha·ge·preek

Zelfstandig naamwoord

hagepreek

  1. verouderde spelling of vorm van hagenpreek tot 1996

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.