hallucineer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hallucineer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hal·lu·ci·neer

Werkwoord

vervoeging van
hallucineren

hallucineer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hallucineren
    • Ik hallucineer. 
  2. gebiedende wijs van hallucineren
    • Hallucineer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hallucineren
    • Hallucineer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord hallucineer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.