hallucineerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hallucineerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hal·lu·ci·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
hallucineren |
hallucineerde
- enkelvoud verleden tijd van hallucineren
- Ik hallucineerde.
- Jij hallucineerde.
- Hij, zij, het hallucineerde.
- Ik hallucineerde.
Gangbaarheid
- Het woord hallucineerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.