halv

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈhalˀ /
Woordafbreking
  • halv
Naar frequentie 867
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
g enkelvoud halv
o enkelvoud halvt
meervoud halve
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
halve

Bijvoeglijk naamwoord

halv

  1. half
    «Vi har en halv kalv i frysen.»
    Wij hebben een half kalf in de vriezer.
Typische woordcombinaties
  • i halv sju-tida onsdag kveld
om halv zeven op woensdagavond

Verwijzingen

    Noors

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: / hɑl /
    Woordafbreking
    • halv
    Naar frequentie 945
    stellend vergrotend overtreffend
    onbepaald
    (sterk)
    m/v enkelvoud halv
    o enkelvoud halvt
    meervoud halve
    bepaald
    (zwak)
    enkelvoud en
    meervoud
    halve

    Bijvoeglijk naamwoord

    halv

    1. half

    Nynorsk

    Uitspraak
    • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
    • IPA: / hɑl /
    Woordafbreking
    • halv
    stellend vergrotend overtreffend
    onbepaald
    (sterk)
    m/v enkelvoud halv
    o enkelvoud halvt
    meervoud halve
    bepaald
    (zwak)
    enkelvoud en
    meervoud
    halve

    Bijvoeglijk naamwoord

    halv

    1. half

    Zweeds

    Uitspraak
    • Geluid:  halv    (hulp, bestand)
    Woordafbreking
    • halv
    stellend vergrotend overtreffend
    halv
    -
    -

    Bijvoeglijk naamwoord

    halv

    1. half
      «Vi har en halv kalv i frysen.»
      Wij hebben een half kalf in de vriezer.
    Synoniemen
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.