halveerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: halveerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hal·veer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
halveren |
halveerde
- enkelvoud verleden tijd van halveren
- Ik halveerde.
- Jij halveerde.
- Hij, zij, het halveerde.
- Ik halveerde.
Gangbaarheid
- Het woord halveerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.