halveerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  halveerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hal·veer·de

Werkwoord

vervoeging van
halveren

halveerde

  1. enkelvoud verleden tijd van halveren
    • Ik halveerde. 
    • Jij halveerde. 
    • Hij, zij, het halveerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord halveerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.