handhaaf

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  handhaaf    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hand·haaf

Werkwoord

vervoeging van
handhaven

handhaaf

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handhaven
    • Ik handhaaf. 
  2. gebiedende wijs van handhaven
    • Handhaaf! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handhaven
    • Handhaaf je? 

Gangbaarheid

  • Het woord handhaaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Afrikaans

stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
handhaaf
gehandhaaf
volledig

Werkwoord

handhaaf

  1. handhaven
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.