harmonicaspelers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  harmonicaspelers    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • har·mo·ni·ca·spe·lers

Zelfstandig naamwoord

deharmonicaspelersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord harmonicaspeler

Gangbaarheid

  • Het woord harmonicaspelers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.