harpoeneert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  harpoeneert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • har·poe·neert

Werkwoord

vervoeging van
harpoeneren

harpoeneert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van harpoeneren
    • Jij harpoeneert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van harpoeneren
    • Hij harpoeneert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van harpoeneren
    • Harpoeneert! 

Gangbaarheid

  • Het woord harpoeneert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.