haste

Duits

Uitspraak
  • IPA: /hastə/
Woordafbreking
  • has·te

Werkwoord

haste

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van hasten
  2. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van hasten
  3. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van hasten
  4. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd gebiedende wijs van hasten


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɦastɛ/
Woordafbreking
  • has·te

Werkwoord

haste

  1. formeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord hasit
  2. tweede persoon meervoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord hasit
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.