haver-hi

Catalaans

stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hi ha hi havia hagut
2e vervoeging volledig

Werkwoord

haver-hi

  1. onpersoonlijk er zijn
    «No hi ha res més per menjar.»
    Er is niets meer te eten.
    «Hi havien dues coses que no m'agradaven.»
    Er waren twee dingen die ik niet leuk vond.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.