havne
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈhɑʋnə /
Woordafbreking
- hav·ne
Woordherkomst en -opbouw
- [A] Afkomstig van het Noorse zelfstandige naamwoord hamn
- [B] Afkomstig van het Noorse zelfstandige naamwoord hafna
Naar frequentie | 9114 |
---|
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | havne |
tegenwoordige tijd | havner |
verleden tijd | havna havnet |
voltooid deelwoord |
havna havnet |
onvoltooid deelwoord |
havende |
lijdende vorm | havnes |
gebiedende wijs | havn |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak |
opmerking | [A] + [B] |
Werkwoord
[A] havne
- overgankelijk (om dieren) grazen, weiden
- overgankelijk (om mensen) vee op de wei hebben, vee laten weiden
Synoniemen
- [1-2]: hamne
Synoniemen
- [1-2]: beite
Werkwoord
[B] havne
- onovergankelijk belanden
- «Bil kjørte av veien og havnet på taket ved E6 i Skjeberg.»
- Een Auto reed van de weg en belandde op het dak op de E6 in Skjeberg.
- «Bil kjørte av veien og havnet på taket ved E6 i Skjeberg.»
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.