herbelegt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  herbelegt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • her·be·legt

Werkwoord

vervoeging van
herbeleggen

herbelegt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herbeleggen
    • Jij herbelegt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herbeleggen
    • Hij herbelegt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van herbeleggen
    • Herbelegt! 

Gangbaarheid

  • Het woord herbelegt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.