herbereken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  herbereken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • her·be·re·ken

Werkwoord

vervoeging van
herberekenen

herbereken

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herberekenen
    • Ik herbereken. 
  2. gebiedende wijs van herberekenen
    • Herbereken! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herberekenen
    • Herbereken je? 

Gangbaarheid

  • Het woord herbereken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.