herbevestig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  herbevestig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • her·be·ves·tig

Werkwoord

vervoeging van
herbevestigen

herbevestig

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herbevestigen
    • Ik herbevestig. 
  2. gebiedende wijs van herbevestigen
    • Herbevestig! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herbevestigen
    • Herbevestig je? 

Gangbaarheid

  • Het woord herbevestig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.