herhaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  herhaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • her·haal

Werkwoord

vervoeging van
herhalen

herhaal

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herhalen
    • Ik herhaal. 
  2. gebiedende wijs van herhalen
    • Herhaal! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herhalen
    • Herhaal je? 

Gangbaarheid

  • Het woord herhaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.