herliep

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  herliep    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • her·liep

Werkwoord

vervoeging van
herlopen

herliep

  1. enkelvoud verleden tijd van herlopen
    • Ik herliep. 
    • Jij herliep. 
    • Hij, zij, het herliep. 

Gangbaarheid

  • Het woord herliep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.