heruitbracht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: heruitbracht (hulp, bestand)
Woordafbreking
- her·uit·bracht
Werkwoord
vervoeging van |
---|
heruitbrengen |
heruitbracht
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van heruitbrengen
- ... dat ik heruitbracht.
- ... dat jij heruitbracht.
- ... dat hij, zij, het heruitbracht.
- ... dat ik heruitbracht.
Gangbaarheid
- Het woord heruitbracht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.