hief af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hief af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hief af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afheffen |
hief af
- enkelvoud verleden tijd van afheffen
- Ik hief af.
- Jij hief af.
- Hij, zij, het hief af.
- Ik hief af.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.