homohuwelijkje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  homohuwelijkje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ho·mo·hu·we·lijk·je

Zelfstandig naamwoord

hethomohuwelijkjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord homohuwelijk
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.