hoogacht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hoogacht (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hoog·acht
Werkwoord
vervoeging van |
---|
hoogachten |
hoogacht
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hoogachten
- ... dat ik hoogacht.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hoogachten
- ... dat jij hoogacht.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hoogachten
- ... dat hij hoogacht.
Gangbaarheid
- Het woord hoogacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.