hoor terug

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hoor terug    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hoor teĀ·rug
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
terughoren

hoor (...) terug

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terughoren
    • Ik hoor terug. 
  2. gebiedende wijs van terughoren
    • Hoor terug! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terughoren
    • Hoor je terug? 

Gangbaarheid

  • Het woord hoor terug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.