hospiteert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hospiteert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hos·pi·teert

Werkwoord

vervoeging van
hospiteren

hospiteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hospiteren
    • Jij hospiteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hospiteren
    • Hij hospiteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van hospiteren
    • Hospiteert! 

Gangbaarheid

  • Het woord hospiteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.