hostte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hostte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- host·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
hosten |
hostte
- enkelvoud verleden tijd van hosten
- Ik hostte.
- Jij hostte.
- Hij, zij, het hostte.
- Ik hostte.
Gangbaarheid
- Het woord hostte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.