hostte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hostte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • host·te

Werkwoord

vervoeging van
hosten

hostte

  1. enkelvoud verleden tijd van hosten
    • Ik hostte. 
    • Jij hostte. 
    • Hij, zij, het hostte. 

Gangbaarheid

  • Het woord hostte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.