houd binnen

Uitspraak

• Geluid:  houd binnen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• houd bin·nen

Woordherkomst en -opbouw

• uit houd (werkwoord) en binnen, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

houd binnen

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenhouden
   

   • Ik houd binnen. 

2. gebiedende wijs van binnenhouden
   

   • Houd binnen! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenhouden
   

   • Houd je binnen? 

Gangbaarheid

• Het woord houd binnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.