huisde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  huisde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • huis·de

Werkwoord

vervoeging van
huizen

huisde

  1. enkelvoud verleden tijd van huizen
    • Ik huisde. 
    • Jij huisde. 
    • Hij, zij, het huisde. 

Gangbaarheid

  • Het woord huisde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.