huiselijkers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  huiselijkers    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hui·se·lij·kers

Bijvoeglijk naamwoord

huiselijkers

  1. partitief van de vergrotende trap van huiselijk
    • Dat is iets huiselijkers... 

Gangbaarheid

  • Het woord huiselijkers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.