huishoudt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: huishoudt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- huis·houdt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
huishouden |
huishoudt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van huishouden
- ... dat jij huishoudt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van huishouden
- ... dat hij huishoudt.
Gangbaarheid
- Het woord huishoudt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.