huishuren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  huishuren    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhœyshyrə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • huis·hu·ren

Zelfstandig naamwoord

dehuishurenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord huishuur

Gangbaarheid

  • Het woord huishuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.