huist

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  huist    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • huist

Werkwoord

vervoeging van
huizen

huist

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van huizen
    • Jij huist. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van huizen
    • Hij huist. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van huizen
    • Huist! 

Gangbaarheid

  • Het woord huist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.