huppelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  huppelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hup·pel·de

Werkwoord

vervoeging van
huppelen

huppelde

  1. enkelvoud verleden tijd van huppelen
    • Ik huppelde. 
    • Jij huppelde. 
    • Hij, zij, het huppelde. 

Gangbaarheid

  • Het woord huppelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.