huset

Deens

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • hu·set
Naar frequentie 494

Zelfstandig naamwoord

huset

  1. nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van hus


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈhʉːsə /
Woordafbreking
  • hu·set
Naar frequentie 357

Werkwoord

huset

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van huse
Schrijfwijzen

huset

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van huse
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

huset

  1. nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van hus


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈhʉːsə /
Woordafbreking
  • hu·set

Zelfstandig naamwoord

huset

  1. nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van hus


Zweeds

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Naar frequentie 392

Zelfstandig naamwoord

huset

  1. nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van hus
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.