hutsel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hutsel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhʏtsəl/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • hut·sel
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
hutselen

hutsel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hutselen
    • Ik hutsel. 
  2. gebiedende wijs van hutselen
    • Hutsel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hutselen
    • Hutsel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord hutsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.