ijsbeerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ijsbeerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ijs·beer·de

Werkwoord

vervoeging van
ijsberen

ijsbeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van ijsberen
    • Ik ijsbeerde. 
    • Jij ijsbeerde. 
    • Hij, zij, het ijsbeerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord ijsbeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.