ijsbeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ijsbeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ijs·beer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ijsberen |
ijsbeerde
- enkelvoud verleden tijd van ijsberen
- Ik ijsbeerde.
- Jij ijsbeerde.
- Hij, zij, het ijsbeerde.
- Ik ijsbeerde.
Gangbaarheid
- Het woord ijsbeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.