ijsdans

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ijsdans    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ijsĀ·dans

Werkwoord

vervoeging van
ijsdansen

ijsdans

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ijsdansen
    • Ik ijsdans. 
  2. gebiedende wijs van ijsdansen
    • IJsdans! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ijsdansen
    • IJsdans je? 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.