immobiliseerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  immobiliseerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • im·mo·bi·li·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
immobiliseren

immobiliseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van immobiliseren
    • Ik immobiliseerde. 
    • Jij immobiliseerde. 
    • Hij, zij, het immobiliseerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord immobiliseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.