immuniseerden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  immuniseerden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • im·mu·ni·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
immuniseren

immuniseerden

  1. meervoud verleden tijd van immuniseren
    • Wij immuniseerden. 
    • Jullie immuniseerden. 
    • Zij immuniseerden. 

Gangbaarheid

  • Het woord immuniseerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.