imponeert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  imponeert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • im·po·neert

Werkwoord

vervoeging van
imponeren

imponeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van imponeren
    • Jij imponeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van imponeren
    • Hij imponeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van imponeren
    • Imponeert! 

Gangbaarheid

  • Het woord imponeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.