improviseerden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  improviseerden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • im·pro·vi·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
improviseren

improviseerden

  1. meervoud verleden tijd van improviseren
    • Wij improviseerden. 
    • Jullie improviseerden. 
    • Zij improviseerden. 

Gangbaarheid

  • Het woord improviseerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.