impulseerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  impulseerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • im·pul·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
impulseren

impulseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van impulseren
    • Ik impulseerde. 
    • Jij impulseerde. 
    • Hij, zij, het impulseerde. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.