inaugureer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inaugureer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·au·gu·reer

Werkwoord

vervoeging van
inaugureren

inaugureer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inaugureren
    • Ik inaugureer. 
  2. gebiedende wijs van inaugureren
    • Inaugureer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inaugureren
    • Inaugureer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord inaugureer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.