inbeet
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inbeet (hulp, bestand)
Woordafbreking
- inĀ·beet
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inbijten |
inbeet
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inbijten
- ... dat ik inbeet.
- ... dat jij inbeet.
- ... dat hij, zij, het inbeet.
- ... dat ik inbeet.
Gangbaarheid
- Het woord inbeet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.