inbelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inbelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·bel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inbellen |
inbelde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inbellen
- ... dat ik inbelde.
- ... dat jij inbelde.
- ... dat hij, zij, het inbelde.
- ... dat ik inbelde.
Gangbaarheid
- Het woord inbelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.