inblies
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inblies (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·blies
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| inblazen |
inblies
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inblazen
- ... dat ik inblies.
- ... dat jij inblies.
- ... dat hij, zij, het inblies.
- ... dat ik inblies.
Gangbaarheid
- Het woord inblies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.