inblik

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inblik    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • inĀ·blik

Werkwoord

vervoeging van
inblikken

inblik

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inblikken
    • ... dat ik inblik. 

Gangbaarheid

  • Het woord inblik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.