inbreit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inbreit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • inĀ·breit

Werkwoord

vervoeging van
inbreien

inbreit

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbreien
    • ... dat jij inbreit. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inbreien
    • ... dat hij inbreit. 

Gangbaarheid

  • Het woord inbreit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.