infecteert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: infecteert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- inĀ·fecĀ·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
infecteren |
infecteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van infecteren
- Jij infecteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van infecteren
- Hij infecteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van infecteren
- Infecteert!
Gangbaarheid
- Het woord infecteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.