informeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: informeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·for·meer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
informeren |
informeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van informeren
- Ik informeer.
- gebiedende wijs van informeren
- Informeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van informeren
- Informeer je?
Gangbaarheid
- Het woord informeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.