informeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  informeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·for·meer

Werkwoord

vervoeging van
informeren

informeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van informeren
    • Ik informeer. 
  2. gebiedende wijs van informeren
    • Informeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van informeren
    • Informeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord informeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.