injecteer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: injecteer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·jec·teer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
injecteren |
injecteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van injecteren
- Ik injecteer.
- gebiedende wijs van injecteren
- Injecteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van injecteren
- Injecteer je?
Gangbaarheid
- Het woord injecteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.