inoculeert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: inoculeert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- inĀ·ocuĀ·leert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inoculeren |
inoculeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inoculeren
- Jij inoculeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inoculeren
- Hij inoculeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inoculeren
- Inoculeert!
Gangbaarheid
- Het woord inoculeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.